Kinderfysiotherapie
Binnen onze praktijk zijn Marloes Fielmieg en Annelotte Peek in dienst als kinderfysiotherapeut. Marloes is in 2009 afgestudeerd als Master Pedeatric Physical Therapy en Annelotte in 2023. Onderstaand vindt u meer uitleg over kinderfysiotherapie.
Inleiding
Kinderfysiotherapie is gespecialiseerde fysiotherapie bij kinderen. De groep kinderen die naar de kinderfysiotherapeut verwezen worden kan in twee hoofdgroepen worden onderscheiden:
– kinderen van 0 – 4 jaar;
– kinderen in de schoolleeftijd ( 4-16 jaar).
In beide groepen wordt onderscheid gemaakt tussen acute problemen en chronisch zieke kinderen.
De behandeling richt zich op het bewegend functioneren, op behandelen naar actualiteit van het ziekteproces en op betekenisvol functioneren met als doel de gevolgen van motorische problemen op de motorische en de algehele ontwikkeling te beïnvloeden. We spreken van een behandelende interventie. In toenemende mate wordt hierbij uitgegaan van de hulpvraag van kind en ouder. Functionaliteit staat centraal.
Kinderen leren spelenderwijs. Door te bewegen en te spelen ontwikkelen kinderen hun zintuigen en motoriek. Bij sommige kinderen is er sprake van ontwikkelingsgerelateerde problematiek. De ontwikkeling kan vertraagd, bedreigd of afwijkend zijn. Dit kan een gevolg zijn van een aandoening aan zintuigen, organen, het zenuwstelsel, het houdings- en bewegingsapparaat of door een tekort aan motorische ervaring. Sommige kinderen hebben nu eenmaal meer oefening nodig om een vaardigheid te leren dan anderen. Naarmate het kind ouder wordt, zijn steeds meer vaardigheden nodig om aan de eisen van de omgeving te voldoen.
Problemen in het bewegend functioneren kunnen een belemmering vormen voor optimale maatschappelijke participatie op de kinderleeftijd, als basis voor het uiteindelijke functioneren als volwassene. Ook kunnen zij een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van leven van het kind en zijn ouders. Veel meer dan bij volwassenen hebben we te maken met een voortdurende verandering op basis van groei en ontwikkeling. Dit speelt in de behandeling een grote rol. Kinderen vragen om een specifieke eigen benaderingswijze.
Rol van de ouders
Bij het behandelen van kinderen worden de ouders heel duidelijk betrokken. De kinderfysiotherapeut beschikt dan ook over specifieke kennis en vaardigheden, attitude en invoelend vermogen, dat past bij het kind in ontwikkeling en zijn ouders.
Wat doet de kinderfysiotherapeut
Wanneer het kind is doorverwezen naar de kinderfysiotherapeut vindt een intake plaats om duidelijkheid te krijgen over de hulpvraag en gaat de kinderfysiotherapeut het kind observeren en onderzoeken om een zo compleet mogelijk beeld van de motorische mogelijkheden en het motorische niveau van het kind te krijgen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van observatielijsten en gestandaardiseerde tests.
De kinderfysiotherapeut houdt rekening met leeftijd, aandoening, ontwikkelingsfase en omgevingsfactoren, die het bewegingsgedrag beïnvloeden. Om een zo compleet mogelijk beeld van de motorische vaardigheden te krijgen, wordt vaak informatie ingewonnen bij ouders, school, verwijzer en eventueel andere bij het kind betrokkenen.
De kinderfysiotherapeut bespreekt de bevindingen van de observatie en het onderzoek met de ouders/verzorgers en eventueel met de verwijzer en stelt zo nodig een behandelplan op, waar binnen de behandeldoelen en evaluatiemomenten in onderling overleg worden aangegeven. Over de uitkomst van het onderzoek en het verloop van de eventuele behandeling wordt schriftelijk verslag uitgebracht aan de verwijzer.
De kinderfysiotherapeut betrekt de ouders/verzorgers en mede-opvoeders, indien gewenst, zodanig bij de behandeling dat zij inzicht krijgen in de problematiek van het kind. Hierdoor hebben zij meer mogelijkheden het kind in het dagelijks functioneren te begeleiden.
Behandeling
De behandeling is er op gericht de motorische en zintuiglijke ontwikkeling van het kind te stimuleren. De oefen-/bewegingstherapie is daarom aangepast aan het specifieke ontwikkelingsprofiel van het kind. Uitgaande van de hulpvraag van ouders en kind wordt gebruik gemaakt van kindgericht materiaal, aangeboden in een kindvriendelijke omgeving met aan het kind aangepaste instructies en dosering.
Als het nodig is en het de behandeling ten goede komt, vindt de behandeling thuis plaats. Dit gebeurt o.a. bij baby’s van 0-2 jaar en bij kinderen met een ernstige handicap. Voor intake, observatie, onderzoek en gesprek met de ouder(s) ten behoeve van de indicatiestelling kinderfysiotherapie zijn vaak meerdere afspraken nodig.
Onder andere door de specifieke problematiek is ook de gemiddelde totale behandelingsperiode langer dan die van ‘lokale’ problemen die een algemeen fysiotherapeut in zijn praktijk ziet. Met de zorgverzekeraars is overeengekomen dat er door geregistreerde kinderfysiotherapeuten in de eerste lijn 18 kinderfysiotherapeutische behandelingen uit de hoofdverzekering gegeven mogen worden.
Plagiocephalometrie
Plagiocephalometrie is een betrouwbare, valide, niet-belastende methode om de schedelvorm van een baby vast te leggen. Bij zuigelingen kan schedelasymmetrie voorkomen wat veroorzaakt wordt door externe factoren zoals eenzijdige verzorgings- en voedingsgewoonten, hantering en positionering. Het landelijk advies voor de ligging van de baby tijdens slapen, het slapen in rugligging, is preventief advies tegen wiegendood. Door langere tijd in bepaalde houdingen te liggen, zoals de rugligging kan er afplatting van de schedel van de baby ontstaan, dit heet ‘plagiocephalie’. Een plagiocephalie kan mild zijn, een lichte afplatting aan de achterzijde van de schedel van de baby, maar ook ernstiger wat tot lichte vervorming van het aangezicht kan leiden. Om de mate van plagiocephalie te meten heeft Van Vlimmeren een meetmethode ontwikkeld: de plagiocephalometrie. Hierbij wordt met een bandje van buigzaam materiaal aangebracht om het hoofd van de baby, deze blijft enkele minuten zitten en wordt daarna eraf genomen. Aan de hand van het bandje wordt de schedelomvang en de mate van plagiocephalie gemeten.
Bron: www.nvfk.nl